
“April is the cruellest month, breeding
Lilacs out of the dead land, mixing
Memory and desire, stirring
Dull roots with spring rain.”
Als de analyses ons niet veel verder helpen en de antwoorden min of meer op zijn, valt er misschien nog wat te rapen in de poëzie.
April met al z’n grillen mag dan misschien de wreedste maand zijn, maar in Amerika lijkt dit hele seizoen doordrenkt met de wrange echo’s van The Waste Land (1922). Wie weet hoe lang dit seizoen zal duren.
T.S. Eliot schetst in dit lange gedicht het beeld van een ontwortelde, dystopische wereld. Een dystopie is het tegenovergestelde van een utopie. Het gedicht is een lamento over een beschaving die haar ziel heeft verloren, een landschap dat ooit vruchtbaar was maar nu leeg en dor.
Het land dat ooit een baken van belofte en vooruitgang was, een mythische bestemming waar de American Dream werkelijkheid kon worden, lijkt steeds meer op een landschap van desillusie en verval. Mensen worden gedeporteerd of staan klaar om zelf te vertrekken. Politieke polarisatie, economisch falen en de wanhopige zoektocht naar betekenis hebben een natie achtergelaten die steeds meer op Eliots dorre, versplinterde wereld lijkt: ‘A heap of broken images, where the sun beats.’
We moeten beseffen dat er zoiets bestaat als ‘narcistisch verval’, dat het extreem gevaarlijk is – in combinatie met ongebreidelde macht – en dat een extreem narcist een extreem zwak sujet is dat wild om zich heen kan slaan. The Waste Land is de wereld die overblijft na het narcistisch verval.
Vervlogen mythe
De American Dream, ooit een belofte van hard werken en succes, is verworden tot een spookbeeld, een vervlogen mythe. De idee dat iedereen met inzet en ambitie vooruit kan komen, ligt stof te vergaren in de scheuren van een uitgedroogde samenleving.
Millennials en Gen Z ploeteren onder torenhoge schulden, huizen zijn onbetaalbaar, en de middenklasse krimpt als sneeuw voor de zon. Net als de verdoolde personages in Eliots verzen dwalen Amerikanen door een labyrint van valse beloften en opgebrande idealen, op zoek naar een waterbron die herinneringen oproept aan de grote drooglegging.
‘What are the roots that clutch, what branches grow / Out of this stony rubbish?’ vraagt Eliot zich af. Ook Amerika zoekt wanhopig naar een fundament om op te bouwen, maar vindt slechts fragmenten van een ooit glorieus verleden. De democratie kraakt onder de druk van fake news en complottheorieën. Politieke leiders lijken acteurs in een tragedie die zij niet meer zelf regisseren. Het volk is verdeeld, als dorstige pelgrims die vechten om de laatste druppels van een uitgedroogde en versplinterde droom.
Icarus
Wat is de rol van Icarus in deze tragedie? Misschien is hij het symbool van een natie die te dicht bij de zon vloog, verblind door haar eigen grootheidswaan. Van technologische utopieën tot militaire avonturen, Amerika’s drang naar dominantie lijkt steeds vaker te eindigen in een val uit de hemel, met gesmolten vleugels en een harde landing in de realiteit.
Silicon Valley beloofde een digitale hemel, maar leverde een surveillance-maatschappij. Het politieke establishment riep de superioriteit van de liberale democratie uit, maar oogst nu de chaos van haar eigen tegenstrijdigheden.
Totalitarisme
The Waste Land kan ook worden gelezen als een waarschuwende metafoor voor het totalitarisme waar Hannah Arendt ons omstandig voor waarschuwde. De fragmentatie, de leegte en de vervreemding die Eliot beschrijft, zijn niet enkel symptomen van verval, maar ook vruchtbare bodem voor autoritaire tendensen.
Waar chaos heerst, groeit de roep om orde. Waar wanhoop regeert, vinden demagogen hun publiek. De geschiedenis leert ons dat samenlevingen die hun waarden en samenhang verliezen, vaak ten prooi vallen aan de verleiding van sterke leiders en eenvoudige antwoorden. In Eliots versplinterde wereld, waarin betekenis zoekraakt, ligt het gevaar van een nieuwe, meedogenloze orde op de loer.
Misschien houdt Eliot ons nog een andere spiegel voor. Krijgen we in The Waste Land niet ook een beeld te zien van de zinloosheid van het bestaan, wanneer we er zelf geen zin aan weten te geven? Als een samenleving het vermogen verliest om betekenis te scheppen en samenhang te vinden, dreigt ze te verzanden in lethargie en nihilisme.
Vrijheid
Jean-Paul Sartre stelde dat ‘de mens veroordeeld is tot vrijheid.’ Het is aan ons om zin te geven aan een wereld die dat niet vanzelf biedt. Maar wat als een samenleving collectief weigert deze verantwoordelijkheid op zich te nemen? Nietzsche waarschuwde al voor de dreiging van het nihilisme na de ‘dood van God’; wanneer traditionele waarden uiteenvallen, kan de leegte zowel bevrijdend als vernietigend werken. Is dat niet de echte leegte waar Eliot ons voor waarschuwt – niet alleen de politieke en economische ruïnes, maar de existentiële afgrond waarin we staren als we de kracht verliezen om zin te geven aan wat ons omringt?
‘Als het in Parijs regent, druppelt het in Brussel.’ Misschien moeten we deze oude uitdrukking vandaag herschrijven: ‘Als het in Amerika regent, druppelt het in Europa.’
Betekenis
De crises, de culturele transformaties, de existentiële worstelingen van de VS sijpelen onvermijdelijk door naar Europa. Sociale media, economische afhankelijkheden en geopolitieke krachten maken dat de stormen van de ene kant van de oceaan ons hier evenzeer treffen. Maar in plaats van machteloos toe te kijken hoe de wereld verder afbrokkelt, kunnen we deze realiteit misschien zien als een uitnodiging. Een uitnodiging om aan onszelf te werken, om onze mentale veerkracht te versterken. Niet in isolatie, maar in verbondenheid met anderen.
Zoals Albert Camus schreef in De Mythe van Sisyphus: ‘De enige manier om de absurde wereld te overleven, is door ons leven met betekenis te vullen.’ Misschien ligt de echte uitdaging niet in het voorkomen van de regen, maar in het bouwen van structuren die ons staande houden, zelfs in de zwaarste stormen.
Spiegel
Eliots gedicht eindigt met een brokstuk van hoop, een mantra van herstel: ‘Shantih, shantih, shantih.’ Maar kan Amerika zich nog opnieuw uitvinden? Kan het de scherven van zijn gebroken droom samenrapen en iets nieuws bouwen? Of zal het, net als de stad Carthago die Eliot noemt, slechts een ruïne worden, een echo van wat ooit was?
De toekomst zal het uitwijzen, maar één ding is zeker: The Waste Land is geen oud relikwie uit 1922. Het is een spiegel waarin Amerika zichzelf vandaag pijnlijk herkent.
