Sommige verhalen op social media houden me even in de ban. Hoe heerlijk is het dat ons brein ons bijna voortdurend een uitleg aanreikt waarmee we het leven enigszins draaglijk kunnen maken.
Wat we niet beseffen zijn twee dingen. Eén, de uitleg die ons brein automatisch genereert, komt voort uit een beschermingsmechanisme dat de facto verbergt wie we vanbinnen echt zijn. Twee, ons brein verbruikt bakken energie om die uitleg te moeten volhouden. De energie is onherroepelijk weg; we hadden er wel iets anders mee kunnen doen. Zo werkt een energielek. Ongemerkt houden we dat vol, dus tegen beter weten in, want de bescherming voelt intussen aan als een tweede huid. Het is niet aan mij om hier ziektebeelden aan te koppelen.
We blijven dit doen om te overleven maar we doen onszelf tekort. Het gaat ten koste van het leven. We maken onszelf zo wel het een en ander wijs terwijl we onszelf meer plezier doen door niet alles te geloven wat we – over onszelf – denken.
Een achtjarig hoogbegaafd kind heeft dat spel al snel door. Het komt thuis en de mama vraagt nieuwsgierig hoe het is geweest op school. “Ik vertrouw de juf niet,” zegt dat kind. Hoezo, kijkt de mama verbaasd. “Wat haar mond zegt, komt niet overeen met wat haar ogen vertellen.” En gij nu. Hoogbegaafde kinderen leven met een veel grotere gevoeligheid.
Er gaat een leven open wanneer je dat spel doorhebt maar wat ook moet gezegd: dat hoogbegaafde kind krijgt het nog heel erg lastig in deze pijnlijk oppervlakkige maatschappij. De eenzaamheid van hoogbegaafde mensen zien we nog steeds niet, laat staan dat we aandacht zouden hebben voor hun complexe kritische denken, dat nooit stopt.
Voor hoogbegaafden blijft het in deze maatschappij in stilte roepen in de woestijn en moedig vechten tegen de bierkaai. In de buitenwereld werkt de cultuur van het gemiddelde en de middelmaat verlammend.
Een hoogbegaafd brein, de bedrading is van nature anders, denkt ver vooruit en ziet ook vele (doem)scenario’s aan de einder opduiken. Er zijn dus ook vele angsten in het spel. Tegelijk denkt zo’n brein ook voorbij het denken. Het denkt over het denken, en dat bedaart de angsten. Niettemin blijft dit de uitdaging: zonder angst de gewone wereld intrekken en de teugels vieren.