Wie in een partnerrelatie content is met de kruimels verkruimelt al gauw tot de kruimeldief in huis. We worden er ons maar beter van bewust dat sommige mensen niet meer dan kruimels te bieden hebben.
Als er iets is wat ik in ruim een halve eeuw onder de knie heb gekregen dan is het wel zelf een brood leren bakken. Neem dat vooral niet te letterlijk want een echt brood bakken lukt me nog altijd niet zoals bij de intussen bijna verdwenen warme bakker. Er gaat weinig of niets boven de geur van versgebakken brood.
De beeldspraak zint me wel. Ik kom erbij door aan de kruimels te denken. Een groot deel van ons leven leren we content te zijn met de kruimels die van tafel vallen. Dat is ook wat vele mensen mij en passant vertellen: de kruimels, er was niets anders, er kwam geen lekker brood op tafel, in bed ook niet. Mensen praten wat makkelijker dan vroeger over hun stukgelopen en stuklopende relatie(s). Met alleen kruimels bak je nog geen brood.
Wat maakt dat je überhaupt content bent (geweest) met de kruimels? Dat is doorgaans een redelijk confronterende vraag. Wat maakt dat een mens zich content stelt met kruimels? Het is de meer algemene vraag. Er is een warme kans, het is vaak de rode draad, dat je al van kindsbeen af hebt geleerd om content te zijn met wat er was, of niet was. Voor vele kinderen is dit tegenwoordig helaas letterlijk te nemen: met een lege brooddoos gaan ze naar school, anderen met een lege maag – en dan zijn we verbaasd dat er later wat zwaait (maar dat is een andere kwestie). Wie honger heeft kan niets anders behalve honger hebben. Een pluim voor de leraar, het belangrijkste beroep ter wereld, die de hongerige maag opmerkt en hopelijk de faciliteiten heeft gekregen om adequaat in te grijpen. Moet het overal gratis? Natuurlijk niet, dat is schijnpolitiek, zoals de gratis mentale zorg voor jongeren dat ook is. Slechts camouflage van onwetendheid. Het is nu wachten op de maatregel om alle jongeren op een wachtlijst een doos papieren zakdoekjes aan te bieden, met het partijlogo op de onderkant.
Zelf je brood bakken, hoe begin je daar aan? Wanneer je het onder de knie hebt, ben je niet meer zo afhankelijk van de kruimels die van tafel vallen. Trouwens, van tafel vallen ze recht in het bord van de kruimeldief onder tafel, waar niet zelden ook de voederbak van de hond staat. Zwijg stil!
Om brood te bakken heb je om te beginnen de juiste ingrediënten nodig. Meestal kennen we die niet zo goed. Ze werden ons nooit eerder aangereikt, of althans in onvoldoende mate. Wanneer we dat tekort niet eerst beter in kaart brengen, en het ook echt leren voelen, blijven we op onze honger zitten en riskeren we onszelf content te blijven stellen met de kruimels. Misschien blijven we zelfs de kruimels aantrekken, zonder het zelf te beseffen. Zolang de oorspronkelijke ingrediënten, lees: de behoeften van het kind dat je was, niet voldoende zijn ingevuld, blijf je kruimels eten en je denkt dat het een boterham is. Zodra je brood gebakken is, en je ruikt er eens goed aan, voel je veel beter dat er slechts kruimels in de relatie aanwezig waren en geen liefde. Je eigen brood, da’s genieten, van de eerste tot de laatste korst. Je eigen brood is duurzaam en voedzaam. Je wordt als het ware je eigen warme bakker – er is geen mooier beroep dan een echte warme bakker. Jammer maar helaas een uitstervend beroep! Al het mooie en kwetsbare krijgt het lastig in deze lastige tijden.
Mijn gedacht, je bent maar beter niet content met de kruimels. Kruimels wijzen erop dat er geen brood is, geen liefde, geen liefdesbrood. Dat brood bak je eerst zelf. De liefde leer je best eerst aan jezelf te geven. Zo voorkom je dat je – tot ver voorbij je jeugdige jaren – op de kruimels aangewezen bent. Als we deze gouden raad van de warme bakker met z’n allen meer zouden opvolgen, zouden we ook meer de liefde aan elkaar kunnen geven.
Vanuit die voedende liefde wordt ook alles wat ons in het leven angstig maakt tot zijn normale menselijke proporties teruggebracht.