
De vraag bij verslavingsproblematiek, die zich als een gevaarlijke olievlek door de samenleving verspreidt, is niet ‘waarom de verslaving?’ maar ‘waarom de pijn?’
Pijn vraagt om verdoving – dat is bijna een natuurwet, zolang je de pijn niet onder ogen ziet. Van jongs af aan wordt ons ingeprent dat pijn vermeden moet worden, niet alleen uit eigenbelang, maar ook omdat er grote economische en sociale belangen mee gemoeid zijn. Het gevolg is dat we zelf actief op zoek gaan naar verdoving – en dat steeds vaker en intenser.
Verslaving is in essentie een ontspoorde vorm van verdoving. Verdoving, of (zelf)medicatie, is een manier om met pijn om te gaan, een vorm van coping. Verslaving is op zichzelf geen ziekte, maar kan dat wel worden – sluipend, als een dief in de nacht. En wanneer dat gebeurt, is het einde zoek. De gevolgen voor de omgeving zijn verwoestend. De drang om pijn te verdoven blijft bestaan zolang de pijn onderhuids verder woekert. Onderzoek toont keer op keer aan dat de oorsprong van deze pijn vaak teruggaat naar de vroege kinderjaren. Een kind voelt haarfijn aan of het wel of niet omringd wordt met liefde.
Pijn zoekt altijd de weg van de minste weerstand – en tegenwoordig ligt die weg open op elke straathoek, in de vorm van een fles of een ander verdovingsmiddel. Het voelt als een beloning, maar op de lange termijn raakt het beloningssysteem in het brein volledig ontregeld. Gelukkig hebben sommige behandelcentra dit inmiddels goed begrepen. Zij zetten in op een milde, begripvolle benadering van copingmechanismen, en met succes: mensen herstellen er daadwerkelijk.

Wie geen alternatieve copingstrategieën aangereikt krijgt, is extra kwetsbaar. En in onze westerse meritocratische samenleving, waar prestatiedruk en oppervlakkige idealen de boventoon voeren, wordt het aanleren van gezonde coping nauwelijks gestimuleerd. Verslaving een ‘keuze’ noemen, is dan ook een vorm van victim blaming – eigen schuld dikke bult. Het is een gemakzuchtige gedachtegang die geen recht doet aan de complexiteit van het probleem. We denken veel maar zelden kritisch. Waar zouden we dat ook geleerd moeten hebben? Niet op school, al zijn er gelukkig uitzonderingen.
Vanuit de directe omgeving van een verslaafde – ouders, partners, vrienden, hulpverleners – is onvoorwaardelijke liefde nodig: voor, tijdens en na de verslaving. Dat is een immense verantwoordelijkheid. Maar de mens heeft de capaciteit om die verantwoordelijkheid op zich te nemen, om liefde en aandacht te geven, en zo een verschil te maken.
Liefde verdrijft angst. Het besef van je eigen onderhuidse pijn is een cruciale stap in zelfkennis en zelfinzicht. Dit is een belangrijke les die we kunnen leren van mensen als Viktor Frankl en Edith Eger – mensen die het diepste lijden hebben doorstaan en ervoor hebben gekozen in liefde te leven.
Onze samenleving – met name vitale sectoren als onderwijs, zorg en justitie – heeft de neiging om symptomen te onderdrukken. Maar verslaving is een symptoom van een samenleving op drift. Symptoombestrijding is als het wieden van onkruid: het probleem zoekt een andere uitweg en kiest daarbij altijd de weg van de minste weerstand.