We kunnen dat eigenlijk niet zo goed tellen, het aantal mensen dat zich in deze tijden eenzaam voelt. Ons telraam is te klein.
Laten we er eens van uitgaan dat de mens het meest ingenieuze schepsel op aarde is – over de hemel kan ik niet spreken; ben er nog niet geweest. Bekijk het gewoon als een veronderstelling en eigenlijk valt er wel iets voor te zeggen, toch.
Stel dat we allemaal bestaan uit telkens twee innig verbonden entiteiten. Met twee zijn we niet meer alleen. Eenzaamheid opgelost. Dat is nogal kort door de bocht. Maar stel dat we dit durven aan te nemen? En hoe zit het dan met de wisselwerking, de communicatie, de verbondenheid tussen die twee?!
Toch geloof ik dat we als mens niet gemaakt zijn om eenzaam door het leven te moeten gaan. We zijn namelijk niet alleen, nooit geweest. Existentieel gezien zijn we wel alleen maar dit hoeft geen probleem te zijn. Het is iets om over te filosoferen met de ander en via de socratische dialoog kun je er ook over filosoferen met jezelf. Dat is best gezellig.
Zo kan ik uren met mezelf zitten discussiëren. Geleerd als kind. Mijn goede ouders waren aan het labeuren, zodat ik de tijd kreeg en ook het comfort om aan de toog te hangen. Het dorpscafé waar ik ben opgegroeid, was op dat vlak een goeie leerschool. Heb er veel gezien en geleerd, vaak zonder het zelf te beseffen. Dat laatste is essentieel: je hoeft het niet te beseffen, als de stimuli er maar zijn.
Hier moet ik iets kwijt over twee catastrofale vergissingen die de voorbije eeuwen zijn gemaakt en die ons nog steeds ernstig afremmen en volgens mij ook in de eenzaamheid doen belanden.
In de geneeskunde gaat het over het lichaam. In de psychologie gaat het over de geest. Zelden gaat het over lichaam en geest. Erger dan dat: volgens de wet is de psychologie een onderdeel van de geneeskunde. Er wordt dus voortdurend de medische bril opgezet. Scheelt er iets in de geest dan ben je al bij voorbaat ziek, of je hebt een stoornis, die medisch wordt benaderd. Veel stoornissen zijn eigenlijk natuurlijke defensiemechanismen van de geest.
Eén. Na Descartes is geconcludeerd dat lichaam en geest twee aparte entiteiten zijn. Lichaam en geest zouden los van elkaar bestaan. Wat een kanjer. Mensen zijn opgesloten geraakt in de geest terwijl met man en macht – de medische wereld – aan het lichaam wordt gesleuteld. Positief: onze geneeskunde is echt wel top! Negatief: we zitten vast in een tunnelvisie. De laatste jaren zijn er gelukkig barsten gekomen in de scheidingsmuur maar er is nog veel werk aan de winkel. De evolutie gaat met een slakkengang. Wat in de gezondheidszorg doorgaans ontbreekt is mensenkennis.
Met wetenschap zonder mensenkennis is het in de gezondheidszorg huilen met de pet op.
Door de wisselwerking tussen lichaam en geest (opnieuw) tot stand te brengen zie je dat mensen zich lichter gaan voelen en ook minder eenzaam. Het is alsof die twee niet zonder elkaar kunnen, en dat binnen een en dezelfde mens. Hun connectie herstellen is de uitweg uit de eenzaamheid. De praktijk bewijst dat.
Twee. In de geestelijke gezondheidszorg gaat het over de geest, dat spreekt. Het gaat er nog altijd weinig over het lichaam. Er is gelukkig wel meer en meer ‘lichaamswerk’ maar vanuit het rationele denken wordt daar nog altijd meewarig over gedaan. Dat is kortzichtig en het zorgt er dikwijls voor dat een behandeling geen zoden aan de dijk zet. De genialiteit van het lichaam wordt fel onderschat.
Geest en lichaam communiceren met elkaar. We hebben echter niet geleerd de taal van het lichaam te begrijpen.
Ander punt. Dr. Richard Schwartz schrijft in zijn boek No Bad Parts (2021):
“We were all raised in what I’ll call the mono-mind belief system—the idea that you have one mind, out of which different thoughts and emotions and impulses and urges emanate. That’s the paradigm I believed in, too, until I kept encountering clients who taught me otherwise. Because the mono-mind view is so ubiquitous and assumed in our culture, we never really question the truth of it.”
Onze geest, ons bewustzijn zeg maar, is geen homogeen geheel. Het is eerder een mozaïek van heel veel verschillende delen, die met elkaar samenwerken of elkaar tegenwerken, zoals in een familie. Schwartz spreekt over het Internal Family Systems. Het is een vorm van parts work. Het idee van de unified mind is dus een mythe, waar sommige louter cognitieve benaderingen op blijven vastlopen.
Ook hier zit een bron van eenzaamheid: alleen achterblijven met de onverklaarbare drukte in je hoofd, de ‘kleine oorlog’ die voor velen onder ons soms uitzichtloos lijkt.