Empathie is het eerste en tegelijk ook het laatste hoofdstuk van het leven, de alfa en de omega als het ware. Zonder empathie is het geen leven en is er ook geen leven. Zonder empathie zit er niets anders op dan niet te leven. Noem het dan overleven, vechten en vluchten.
In de ogen zie je de ziel, of niet. Wanneer je goed in de diepte kijkt zie je ook of het aangeboren empathisch vermogen zich heeft mogen ontwikkelen. Innerlijk trauma zit die ontwikkeling in de weg.
Zelf gezien willen worden (uiterlijk) is geen empathie (innerlijk). Het heeft er zelfs niets mee te maken. Het ene wijst er wel op dat het andere er niet is.
Zonder empathie is er geen liefde. Zonder liefde is er slechts angst. Empathie doet leven.
(eigen vertaling)
“Ik ontwaak uit mijn droom om 3 uur ‘s nachts, huilend in mijn kussen. Rustig bewegend, om Marilyn niet te storen, glijd ik uit bed en zo naar de badkamer, droog mijn ogen en volg de aanwijzingen die ik mijn patiënten vijftig jaar lang heb gegeven: sluit je ogen, herbeleef je droom opnieuw in je hoofd, en schrijf op wat je hebt gezien.
Ik ben een jaar of tien, misschien elf. Ik fiets een lange heuvel af, niet ver van mijn thuis. Ik zie een meisje genaamd Alice in haar veranda zitten. Ze lijkt wat ouder dan ik en ze ziet er aantrekkelijk uit, ook al is haar gezicht bedekt met rode vlekken. Ik roep haar na terwijl ik voorbij fiets: hallo Mazelen!
Plots staat een man, enorm groot en angstaanjagend, voor mijn fiets. Hij brengt me tot stilstand door mijn stuur vast te pakken. Op de een of andere manier weet ik dat hij de vader van Alice is.
Hij roept naar me: hé, ja gij, hoe je ook heet. Denk eens na, tenminste als je kunt nadenken, en beantwoord deze vraag. Denk aan wat je net tegen mijn dochter riep en vertel me één ding: hoe voelde Alice zich daarbij?”