

Wat we in deze tijden meemaken is het failliet van het leven zonder voelen. Denken zonder voelen is oorlog in de geest, en oorlog in de geest geeft oorlog in de wereld. Zo binnen zo buiten.
‘Niet voelen maakt je stoer en sterk.’
Het lijkt een onschuldige gedachte, een mantra van overleving in een wereld die kil en hard kan zijn. Maar het is een vergif dat diep in de aderen sijpelt, een erfenis die generaties overspant en zich nestelt in het collectief bewustzijn. Het is een gedachte die we als pasgeborenen inademen, als kinderen opsnuiven en als volwassenen uitdragen. En in zijn uiterste consequentie leidt deze gedachte tot oorlog.
Van jongs af aan worden we doordrongen van de idee dat emoties zwak maken. We leren ze te onderdrukken. Meisjes krijgen te horen dat ze hun mannetje moeten staan, dat ze vooral niemand nodig moeten hebben, en al helemaal geen man, laat staan een man die voelt. Jongens leren dat kwetsbaarheid een tekortkoming is, dat tranen een schande zijn en dat hardheid gelijkstaat aan kracht. Vaders, zelf grootgebracht met dezelfde overtuigingen, geven het stokje door, vaak zonder het zelf te beseffen. Zo wordt de cirkel van gevoelloosheid telkens opnieuw gesloten.
Marathon op één been
Het gevolg? Een mensheid die massaal het contact met haar eigen binnenwereld verliest. Wie niet mag voelen, leert zichzelf op de duur af om te voelen. Het leven wordt een aaneenschakeling van overlevingsstrategieën, een marathon gelopen op één been.
We denken dat we voelen, maar eigenlijk is het slechts een echo, een schaduw van wat echte emotie had kunnen zijn. En dat is uitputtend. Het is de voedingsbodem voor depressie, burn-out, eenzaamheid en veel erger. Het is het terrein waarop destructieve patronen floreren, zowel in onszelf als in de wereld om ons heen.
Mensen die anderen, doorgaans de meest kwetsbaren, vernederen of kwaad berokkenen, zoals in de woonzorgcentra, voelen helemaal niet meer wat ze doen of aanrichten. Laat staan dat ze zouden voelen wat die anderen voelen, en lijdzaam moeten ondergaan. Denken we daar wel grondig genoeg over na? Er is een grote kans dat mensen gevangen zitten in een onweerstaanbare trauma-cyclus.
Overal strijd
We zien de gevolgen overal. In de manier waarop we met elkaar omgaan, in de voortdurende strijd tussen ratio en emotie, in een samenleving waarin oorlog niet alleen meer wordt gevoerd met wapens maar ook met woorden, structuren en systemen. Denken zonder voelen is oorlogvoeren.
Het kan een oorlog in het hoofd zijn, waarin de innerlijke dialoog verandert in een onophoudelijke strijd. Het kan een oorlog in relaties zijn, waarin partners elkaar niet meer kunnen bereiken. En uiteindelijk mondt het uit in oorlog op wereldschaal: conflicten tussen landen, ideologieën, mens en natuur.
Anders verder
Maar wat als we het anders doen? Wat als we voelen niet langer als een zwakte beschouwen, maar als een kracht? Wat als we kinderen leren dat emoties geen last zijn, maar een richtingaanwijzer? Wat als we mannen de ruimte geven om te huilen, en vrouwen de vrijheid om hun kwetsbaarheid niet te hoeven verstoppen? Wat als vaders en moeders hun trauma’s niet langer doorgeven, maar helen?
De wereld heeft geen behoefte aan meer onverschilligheid, aan meer mensen die gevoelloos hun weg door het leven banen. De wereld schreeuwt om mensen die durven te voelen, die hun hart laten spreken en daarmee de muur van generaties aan aangeleerde hardheid doorbreken.
Iets kleins
Misschien begint het bij iets kleins. Een hand die niet wordt teruggetrokken als iemand huilt. Een schouderklopje waar woorden tekortschieten. Een gesprek waarin het antwoord op de vraag ‘hoe gaat het met je?’ geen sociaal wenselijk ‘goed’ hoeft te zijn.
Voelen maakt je niet zwak. Voelen maakt je mens. En misschien, als we dat leren, kunnen we eindelijk beginnen met het leven op twee benen. Het is evenwichtiger en je wordt er niet zo moe van.