
Over narcistisch misbruik en de vraag die velen bezighoudt
“Maar… weten ze dan niet wat ze doen?”
Het is een vraag die ik vaker hoor. Soms klinkt ze verontwaardigd, soms vragend, soms radeloos. Een echo van onbegrip, van pijn, van een verlangen om te vatten wat eigenlijk niet te vatten valt. Want hoe verklaar je het gedrag van iemand die jou systematisch heeft afgebroken, terwijl jij dacht dat jullie samen aan iets moois bouwden?
Het antwoord is niet eenvoudig. Maar het is wel belangrijk.
Ja — ze weten wat ze doen. Tot op zekere hoogte. Mensen die zich schuldig maken aan narcistisch misbruik handelen niet in een staat van complete onwetendheid. Ze manipuleren, gaslighten, kleineren, draaien de waarheid om tot jij eraan gaat twijfelen of je nog rechtop staat. Ze weten dat ze controle uitoefenen. Dat ze grenzen overschrijden. Alleen: ze beseffen niet de werkelijke impact. En daar zit de crux.
Ze opereren vanuit hun eigen “normaal”. Maar dat normaal is fundamenteel scheefgegroeid. Wat voor hen voelt als vanzelfsprekend – altijd gelijk krijgen, emotioneel chanteren, nooit verantwoordelijkheid nemen – is in werkelijkheid abnormaal. Giftig. Destructief. Alleen… wie leeft in een scheef huis, leert met de jaren recht te lopen. En denkt dan: zo hoort het toch?
Wat ze missen – wat ze vaak niet kúnnen voelen – is empathie. Echt inlevingsvermogen. Niet het soort waarmee je kunt zeggen: “Ah, dat moet lastig zijn voor je.” Maar het soort waarbij je ín de ander kunt voelen. Het soort waardoor je stopt met iets omdat het pijn doet, niet omdat je erop betrapt wordt.
En net daarom is het zo moeilijk. Want het misbruik dat jij hebt gevoeld, ervaren, doorstaan… dat glijdt van hen af. Niet omdat het niet gebeurd is. Maar omdat ze het niet kunnen dragen, niet willen zien, of simpelweg niet belangrijk genoeg vinden. In hun ogen ben jij vaak niet meer dan een verlengstuk van hun ego. Geen mens met eigen grenzen, maar een spiegel waarin zij zichzelf kunnen bewonderen – of verachten.

Het is schrijnend hoeveel mensen vandaag de dag met deze littekens rondlopen. Mannen en vrouwen, jong en oud. Mensen die het beste voorhadden, die geloofden in liefde, in groei, in samen oud worden. Die zich gaandeweg verloren, uitgeput, opgeslokt voelden. Tot ze op een dag beseften: dit is geen liefde. Dit is oorlog in een fluistertoon.
En hoe meer getuigenissen ik hoor, hoe sterker mijn indruk wordt: dit is meer dan een individueel probleem. Misschien vormt dit zelfs de echte breuklijn in onze samenleving. Niet man versus vrouw, niet jong versus oud, maar empathie versus geen empathie. Verbondenheid versus zelfverheerlijking. De bereidheid om jezelf in vraag te stellen versus de drang om altijd gelijk te hebben. Narcisme, in al zijn vormen, lijkt de onderhuidse splijtstof die relaties, families en hele gemeenschappen onder druk zet.
Voor wie dit herkent: het ligt niet aan jou. Je was niet te gevoelig, te lastig, te veeleisend. Je was een mens die hoopte op wederkerigheid, en stuitte op leegte.
Laat dit een herinnering zijn: wat abnormaal is, hoort geen normaal te worden. En jij verdient een liefde waarin je niet hoeft te overleven, maar mag léven.