Laatste afscheid

Van alle levenskwesties die ik tot nog toe moest zien te (ver)dragen, blijft er eentje met stip op één staan. 

Dementie. 

hand 141669 1920 Praktijk voor coaching en therapie Laatste afscheid

Niet bij mezelf uiteraard, anders zou ik dit niet meer kunnen schrijven zoals ik dat zo graag doe, zelfs niet als er sprake zou zijn van een eerste stadium. De cognitieve laag in het brein wordt langzaam maar zeker afgeschraapt en op de duur, meestal na enkele jaren, blijft er niets meer van over. Het bewuste brein verdwijnt als het ware als sneeuw voor de zon. De laag die er in de ontwikkeling van het brein het laatst is bijgekomen, gaat als eerste in rook op. Er zijn vier lagen. De onderste laag verdwijnt nooit. Daar zetelen de spiegelneuronen. Die wetenschap biedt perspectief voor als er zo goed als niets meer is.  

Ik schrijf dit vooral voor de mensen die er nu middenin zitten en de ontreddering in de ogen moeten kijken. Wanneer je dit doorworstelt kun je ook de eigen dood aan. Denk ik. Maar een mens denkt zo veel natuurlijk, zolang het kan. Het einde stelt echt niet zo veel voor. Het is slechts een allerlaatste korte ademstoot. 

Een bewustzijn dat wegvalt, beseft niet dat het wegvalt. “Als je geen bewustzijn hebt, ben je je ook niet bewust van het feit dat je geen bewustzijn hebt.” (Ap Dijksterhuis in Het slimme onbewuste)

Als je er getuige van bent, in alle intieme nabijheid, besef je zelf in het geheel niet wat er gebeurt. Bevreemdend is het woord dat ik dikwijls uitsprak bij het tergend trage verdwijnen van mijn moeder. Tergend traag. Traag en traag en alsmaar trager. Alsof iets of iemand mij de kans wilde bieden om traag afscheid te nemen, om definitief los te laten. Alsof de niet zo hechte hechting alsnog mocht worden voltooid. Misschien zou ik dan wel klaar zijn voor de echte hechting. De hechting, althans de veilige hechting, stelt ons in staat om de echtheid in de ander te (h)erkennen. 

Beseft een mens met dementie eigenlijk zelf wat er aan de hand is? Die vraag kwam vaak bij me op. Ik zie haar nog liggen en ik zie mezelf ernaast nog zitten. Wachten op Godot maar dan niet geacteerd. Nu moet het passen dat ikzelf redelijk wat hypnose in de vingers heb en aldus dacht ik bij mezelf, als de enige in de kamer die nog dacht aan denken, dat ik misschien op die manier toegang zou kunnen krijgen tot een brein dat niet meer kan denken. Ik moet toegeven dat je met het rationele denken op zo’n moment totaal machteloos staat. Misschien is dit wel de ontluisterende vaststelling die het verwaande bewustzijn nodig heeft om op andere gedachten te komen, of niet. 

Zit hier de ware uitdaging achter het ongrijpbare en onbegrijpelijke fenomeen dementie? Wanneer je het aan den lijve hebt moeten ondervinden, ben je nadien niet meer dezelfde mens. Da’s zeker. Het leven neemt een andere wending. Het is een unieke kans om iets existentieels te voltooien. 

Visualisatie: zoek via je verbeelding verbinding met de bron waaruit je zelf bent ontstaan en zeg wat je nog wilt zeggen. 

En terwijl ik dieper en dieper afdaal in mezelf, langs een trap met een oneindig lijkend aantal treden, arriveer ik bij de oever van de rivier van het leven. Zij is er al een hele tijd. Ze ligt er soms in foetushouding, kennelijk blijvend op zoek naar een veilige wereld. Ik moet me behelpen met onuitgesproken woorden. Wat ik zeg en blijf herhalen is dat ze werkelijk alles heeft gedaan wat in haar mogelijkheden lag en dat dat genoeg is. Het is genoeg. Het is genoeg geweest. Misschien stelt het haar gerust en voor mij voelt het als een vorm van voltooien wat tot dusver nog niet was afgewerkt. Voor even maar gaan haar ogen open en ik weet dat het goed is. 

Wanneer je het trage afscheid dat vervat zit in de dementie, niet kunt meemaken, misschien uit zelfbescherming, wat zeer begrijpelijk is, denk ik dat je datgene wat niet is voltooid, onbewust meeneemt naar de volgende generatie. Het afscheid werkt als een soort catharsis. Zonder catharsis is de confrontatie alleen uitgesteld, niet afgesteld. Het wordt zodoende een last om te dragen voor de volgende. Dat denk ik maar. 

Een mens denkt zoveel maar wat je ook denkt, je blijft verweesd en verward achter na de allerlaatste ademstoot. Tegelijk is er bevrijding en vrijheid. Persoonlijk pleit ik ervoor om het aftakelingsproces van dichtbij mee te maken. Het is een goede voorbereiding op het eigen einde. Het is maar dat. 

Meer info: www.dementie.be

Delen:

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerd

Boek hier je afspraak

Loading...

Get your first free online consultation

Bibendum neque egestas congue quisque egestas diam. Laoreet id donec ultrices tincidunt arcu non sodales neque