Er gaat geen dag voorbij of ik loop een mens tegen het lijf die me bezorgd aankijkt. Dan zeg ik goedemorgen of goedenavond al naargelang het tijdstip van de dag. Op dat vlak mag er geen verwarring ontstaan. Het zijn al zulke verwarrende tijden.
Het is opvallend. De mens die ik tegen het lijf loop, vertelt me dat de batterij leeg is. Niet de batterij van de auto, al had dat ook gekund gezien de tijd van het jaar. Wist je trouwens dat je auto ongeveer de helft van de capaciteit van de batterij opgebruikt bij het starten?! Alleen al om te starten. Gelukkig is er ook een generator aan boord die ervoor zorgt dat de batterij al rijdend weer opgeladen wordt.
Bij een mens gaat dat eigenlijk ook zo. Een mens is energie, zei Einstein. Je geeft en je krijgt energie. Geven en nemen. Wanneer je alleen maar geeft en niets terugkrijgt dan ben je op een bepaald moment leeggegeven. Dan blijf je achter met een lege batterij. Als de batterij helemaal leeg is zul je ’s morgens niet kunnen starten. Je lichaam zegt dan klaar en duidelijk: stop, blijven liggen gij. Je hebt genoeg gegeven. Helaas zijn er dan geen startkabels in de buurt en die generator heeft het kennelijk ook laten afweten.
Dat klinkt wat mechanisch maar eigenlijk is het dat wat er op energetisch vlak kan gebeuren in een partnerrelatie met een narcist en/of psychopaat. Hoe lang je het weet uit te zingen zal afhangen van je eigen veerkracht, en dat is een rekbaar gegeven. Ik lach er niet mee, het is een bijzonder ernstige problematiek. Vandaar ook die bezorgde blik en ik sta ervan versteld hoe vaak die voorkomt.
Wat gebeurt er eigenlijk in zo’n toxische relatie? Meestal zie je pas achteraf wat er is gebeurd. Achteraf, wanneer je er vanaf bent, wanneer je bent ontsnapt uit de klauwen van de narcist of psychopaat. Wanneer je er middenin zit, zie je het niet. Vergelijk het met de sektedynamiek: je bent gevangen en blind voor wat er echt gebeurt en achteraf voel je vaak ook schaamte omdat je er bent ingetrapt. Vergelijk het ook met een spinnenweb waaruit je niet kunt ontsnappen. Binnenin het web zie je niet dat je de gevangene in het web bent. En je ziet niet wie of wat de spin in het web is. Achteraf wel. Je vogel is dan al gaan vliegen en jij blijft leeg en verweesd achter. De verbijstering slaat in alle hevigheid toe.
Samenleven met een narcist of psychopaat betekent zoveel als overleven op water en droog brood, en in een verschrikkelijk toxische dynamiek. Je stopt er al je energie in, wat typisch is voor empathische mensen. Je geeft en je blijft geven en er komt niets terug. Een narcist of psychopaat geeft niets terug, is zelfs niet in staat om iets te geven want er is niets om te geven. Een narcist of psychopaat is een leeg vat, een lege mens, voor zover je nog van mens kunt spreken. Wie niet kan geven is volgens mij geen mens. Ook geen dier, want een dier maakt geen ander dier kapot. Een monster dan maar. Een Dracula. Een bloedzuiger. Een narcist of psychopaat drinkt het bloed van de ander om zelf te overleven. Hij of zij is de living dead. Ze komen pas tot leven door het leven van de ander te doden.
In zo’n relatie geraakt al je kostbare energie na verloop van tijd opgebruikt. Hoe krijgen we nu dat energieniveau terug op peil? Laat ik er drie sporen van maken.
- Geef energie aan jezelf door zelf energie op te wekken. We hebben allemaal twee handen. Gebruik ze. Je kunt er van alles mee doen. Dichter Herman de Coninck wist dat als geen ander. Lees het gedicht hieronder.
- Haal de energie terug die je hebt weggegeven. Kan dat? Ja, dat kan. Ere wie ere toekomt. Ik heb het geleerd bij de licht chaotische doch geniale dokter Luc Swinnen.
- Maak verbinding met echte lieve warme mensen. Zo verdrijf je de kilte uit het huis en uit je kleren.
Ik wil nog één ding toevoegen over trauma. Elk van ons voert trauma mee, vaak als een onzichtbare last. Dat trauma, noem het innerlijk trauma, is een permanente energievreter. Je merkt het niet. Het is gevaarlijk op de lange termijn en het zorgt ervoor dat je hele levensstroom wordt ingeperkt. Zonder dat je dat in de smiezen hebt.
De lenige liefde (18)
Met handen kun je alles: een sigaret
opsteken, haren strelen,
een borst aanraken, een borst niet aanraken –
dit allemaal opschrijven.
Men moest maar eens ophouden,
tenminste in de vakantie,
met daar zo’n, waardeonderscheid tussen te maken.
~ Herman de Coninck
© 1999-2022 | Bert Geens, Herman de Coninck.be