Nooit anders meegemaakt. Wanneer ouders vertellen over hun kinderen dan hangt er altijd onvoorwaardelijke liefde in de lucht. Hartverwarmend is dat.
Ze vertellen honderduit over allerlei fijne belevenissen maar ze vertellen schoorvoetend en met grote bezorgdheid over de pesterijen op school. Onder de radar voel je tegelijk schaamte opwellen, alsof ze in de spiegel naar zichzelf zitten te kijken.
Ze zijn er het hart van in wat er op school gaande is. Pestgedrag komt meer voor dan we denken. Voor een tienerbrein in volle ontwikkeling is pestgedrag zonder meer levensbedreigend. Dat ingebed in de Vlaamse zwijgcultuur kan fataal aflopen. De identiteit die zich nog een weg moet zoeken, wordt als het ware weer tot niets herleid. Een kind dat gepest wordt, voelt zich afgewezen, minderwaardig, gekrenkt tot in het diepst van z’n ziel. De schaamte die op die manier in het onderbewuste wordt geïnstalleerd, gaat dieper en dieper.
De onvoorwaardelijkheid thuis, als het goed is, staat in schril contrast met de voorwaardelijkheid en prestatiegerichtheid op school. Een delicaat spanningsveld.
Een kind zal ‘ermee leren leven’ en defensiemechanismen ontwikkelen, tegen ‘nog meer van dat’ – defensiemechanismen zijn silent killers. De pijn zit gemaskeerd in vechten-vluchten-verstijven en gaat niet zomaar weg. Aan de buitenkant lijkt er niets aan de hand, integendeel. Het ziet er bijwijlen perfect uit. Vanbinnen woedt de storm. Emotioneel is er fragmentatie en preoccupatie met de pijnlijke ervaring.
De buitenwereld toont niet zoveel begrip: je moet sterk zijn, het is allemaal toch niet zo erg, trek het je zo niet aan, het gaat wel over. Goed bedoeld maar zinloos. Het is een vorm van ontkenning – maakt het innerlijk trauma alleen maar groter. Gebeurt ook bij het ontkennen van grensoverschrijdend gedrag. Pesten is grensoverschrijdend gedrag.
“Children don’t get traumatized because they get hurt; they get traumatized because they’re alone with the hurt.” – Dr. Gabor Maté
Het is me een raadsel waarom pestgedrag niet meer aandacht krijgt en preventiever wordt aangepakt. Als er weer eens een drama gebeurt dan is er vooral gazettepraat. Maatschappelijk wordt het thema nauwelijks opgepikt. Sommige ministers zouden wel beter mogen weten.
In de praktijk wordt meestal nog een andere draad gespannen: het eigen levensverhaal. Sommigen verschieten er zelf van wanneer ze vertellen over hun eigen wedervaren op school. Soms zijn de ervaringen als twee druppels water, wel met dertig jaar verschil. De eigen ervaring was intussen weggedeemsterd, wat natuurlijk ook een manier is om het verleden te klasseren. Klasseren betekent niet dat het weg is. Het zwijgt maar het suddert verder en wordt opnieuw geraakt door wat hun oogappel ervaart.
Kom hier dat ik je warm omarm. Vertel het mij maar. Menselijkheid werkt bevrijdend.
Om de complexiteit van het leven te vatten moeten me meer over de generaties heen durven te kijken. Denk ik. Verder kijken betekent beter begrijpen. Bepaalde pijnen uit het verleden blijken nog niet verwerkt waardoor ze vanzelf worden doorgegeven. Deze ‘herhaling’ verklaren als erfelijkheid is al te makkelijk. ‘Het zal wel erfelijk zijn’ betekent in dit geval ‘ik wil niet verder zoeken om beter te kunnen begrijpen’. We weten intussen al een hele tijd dat bepaalde informatie wordt opgeslagen op celniveau.