Als je lichaam je onbewuste brein reflecteert of er althans rechtstreeks mee verbonden is, dan vind je ook innerlijke rust door je lichaam te laten rusten. De westerse katholieke cultuur heeft ons wel altijd geleerd (wijsgemaakt), en daartoe alle zeilen bijgezet, dat in die rust allerlei demonen wakker kunnen worden. Het doet ons al snel wegvluchten van de rust. Het zijn overigens geen demonen, wel afgescheiden delen die een eigen leven zijn gaan leiden. Dat laatste is wetenschap.
Het geloof in de demonen, die zich kennelijk schuilhouden in het vagevuur, vond een schitterende uitdrukking in Tuin der Lusten (rechterluik) van de hand van Jheronimus Bosch. Eind vijftiende eeuw.
De angst voor de demonen zit nog altijd diep verankerd in de naar adem happende mens. ‘Houd dat potje maar gedekt’ klinkt het dan, helaas nog vaak ook uit de mond van de goedbedoelende arts. Ik baseer me op getuigenissen.
Rust nemen is een vorm van aandacht geven aan jezelf. Die aandacht hoef je dan niet meer te zoeken waar hij niet te vinden is.
Het concept van de demonen is een afleidingsmanoeuvre van mensen of instanties die uit zijn op iets anders, je ziel of de inhoud van je portemonnee. Zwijg me ook over het Amerikaanse concept van de maakbare mens. Het grijpt terug op hetzelfde westerse schuldmodel. Er wordt grof geld mee verdiend.
Wat ik ook denk. Wanneer je duizend en een ballen en even veel teljoren tegelijk in de lucht moet houden, heb je geen boodschap aan wat ik schrijf. Aan de andere kant, ballen en teljoren laten de carrousel verder draaien. Er schuilt een onblusbaar verlangen in.
Implosie wordt op de lange duur de enige uitweg. Misschien zit er wel een logica verborgen in het stelselmatig ineenstorten van tal van heilige huisjes. Something rotten in the state of Denmark.