Het woord ‘anders’ duidt in de titel op mildheid, mededogen en zelfcompassie.
Wat gebeurt er wanneer je de vraag krijgt: ‘Wat scheelt er met je?’
En wat gebeurt er wanneer de vraag luidt: ‘Wat is je overkomen?’
Voel je dat de vraag een andere lading dekt?
De ene vraag peilt naar de symptomen, de mogelijke ernst ervan, terwijl de andere uitgaat van een milde kijk op de mens als drager van de symptomen. Symptomen zijn signalen. Ze dragen een betekenis.
De ene vraag leidt naar symptoombestrijding, ofte een straatje zonder einde. De andere biedt meer verklaring: het waarom der dingen. Wat je kunt (be)grijpen kun je ook gaan veranderen.
Ik wil het hebben over perfectionisme, en de weg naar mildheid en zelfcompassie als ultieme uitweg.
- We moeten tegenwoordig van alles, en het moet allemaal snel en efficiënt. We zijn erg gefocust op de resultaten.
- We moeten onszelf perfectioneren. Het impliceert dat we nog niet perfect zijn. We moeten het worden maar perfectie bestaat niet. Het ideaalbeeld maakt mensen ziek. Vooral bij jonge mensen is dat een probleem.
- We moeten de beste versie van onszelf worden. Zijn we dan nog niet goed genoeg?!
- We moeten voortdurend ons stinkende best doen, van jongs af aan. Dat blijven we doen en het kost bakken energie.
Op het eerste gezicht lijkt het vele moeten te wijzen op voorwaarden die ons van buitenaf zijn opgelegd. Het doet denken aan de kinderjaren toen de aandacht ook vaak voorwaardelijk was. De rugzak met de voorwaarden wordt doorgegeven. Later kijken we ook voorwaardelijk naar onszelf. Ben ik wel goed genoeg?! Die gedachte kan je jarenlang blijven achtervolgen. We verinnerlijken het voorwaardelijke en leggen onszelf strenge normen op.
Van nature zijn we onschuldig. Gaandeweg, onder invloed van de omstandigheden waarin we opgroeien, worden we echter met schuld en schaamte en trauma overladen. Een kind is lange tijd volledig afhankelijk en heeft daarin niet te kiezen.
Om het hoofd te bieden aan wat ons zoal overkomt in die eerste jaren zal het bewustzijn vanzelf een overlevingsmechanisme ontwikkelen. Het ontstaat wanneer er te weinig aandacht is voor de werkelijke behoeften van het kind. Emoties kunnen niet veilig gevoeld worden of er is geen aandacht voor. Sommigen mogen geen kind zij: ze moeten voor de ouder(s) zorgen. Soms is een traumatische gebeurtenis of verlieservaring de spelbreker.
Het overlevingsmechanisme is een natuurlijke reactie – een vorm van zelfbescherming. Op latere leeftijd keert het zich echter tegen je. Het wordt contraproductief tot zelfs zelfdestructief. Het leidt tot verslaving.
Uit die bescherming komen vele lastige emoties voort, allerlei angsten, faalangst en uitstelgedrag, controledrang, het pleasen, piekeren, een niet te stoppen streven naar perfectie. De zelfbescherming is iets om te transformeren.
Perfectionisme: je bent niet genoeg en het zal nooit genoeg zijn. De uitweg: leven vanuit mildheid en zelfcompassie.
Ons innerlijk kind herinnert er ons voortdurend aan dat het nog altijd met onvervulde behoeften rondloopt. Die behoeften hebben te maken met veiligheid, met onvoorwaardelijke aandacht, met grenzen stellen (neen durven zeggen).